Eerste berekening

Naar verwachting stappen we op 1 januari 2026 over naar de nieuwe pensioenregeling. In november 2025 krijgt u een eerste indruk van uw pensioen in de nieuwe pensioenregeling. Aan de hand van een uitgebreide brief informeren we u met een berekening over uw pensioen. Dit is een eerste inschatting.

We geven u hier meer uitleg over deze berekening aan de hand van een aantal veelgestelde vragen. De eerste berekening geeft u voor het eerst inzicht in het verwachte pensioen in de nieuwe regeling. En vergelijkt het met de bedragen in de huidige pensioenregeling. U krijgt uw persoonlijke eerste berekening in november 2025 per brief of mail. In de mail vindt u een link waarmee u de eerste berekening direct kan bekijken in uw persoonlijke pensioenportaal.

Veelgestelde vragen eerste berekening

Waarom kan Pensioenfonds Zuivel nog niet zeggen wat mijn pensioen in de nieuwe pensioenregeling precies wordt?

Een belangrijk verschil met de huidige pensioenregeling is dat u geen opgebouwd pensioen meer heeft, maar een kapitaal krijgt voor uw pensioen. Het kapitaal waarmee u start, baseren we op het pensioen dat u heeft opgebouwd of al ontvangt op het moment dat we overstappen naar de nieuwe pensioenregeling. Bij de start verdelen we het totale vermogen dat we beheren over iedereen met een pensioen bij Pensioenfonds Zuivel.

De sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) hebben afgesproken hoe het geld verdeeld moet worden. We moeten daarbij ook rekening houden met een aantal wettelijk verplicht aan te leggen reserves. Afhankelijk van hoeveel geld het fonds heeft op 1 januari 2026, gaat er bijvoorbeeld een deel naar een solidariteitsreserve. Hiermee probeert Pensioenfonds Zuivel de ingegane uitkeringen zo veel mogelijk te beschermen tegen een eventuele verlaging.

Hoeveel geld we kunnen verdelen over iedereen die een pensioen opbouwt of heeft opgebouwd bij Pensioenfonds Zuivel, hangt af van de financiële situatie op 1 januari 2026. Pas dan weten we wat de waarde is van de beleggingen. We weten dan ook hoeveel pensioen u op dat moment heeft opgebouwd.

Hoe zet Pensioenfonds Zuivel het pensioen dat ik had opgebouwd om naar de nieuwe pensioenregeling?

Het pensioen dat u tot de start van de nieuwe pensioenregeling heeft opgebouwd, zet Pensioenfonds Zuivel om naar een kapitaal in de nieuwe regeling. Bij het omzetten gaat geen geld verloren. We rekenen nauwkeurig uit wat de waarde is van het pensioen dat u heeft opgebouwd. Die waarde gaat over naar de nieuwe regeling. Vervolgens tellen we de waardes van alle pensioenen bij elkaar op. Dat bedrag vergelijken we met het geld dat we in kas hebben. Dit is het vermogen van het pensioenfonds.

Bij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling worden eerste enkele (wettelijke) noodzakelijke reserves gevuld. Daarna is er naar verwachting meer geld over dan de waarde van alle pensioenen bij elkaar. Dan verdelen we het geld dat 'over' is voor iedereen met een pensioen bij Pensioenfonds Zuivel. De sociale partners hebben afgesproken hoe het geld verdeeld wordt.

Waarom zie ik mijn pensioen mét koopkracht en zonder koopkracht?

We kunnen uw pensioen op twee manieren uitrekenen: mét en zonder koopkracht.

Uw pensioen zonder koopkracht is het bruto pensioen dat u naar verwachting ontvangt.
Uw pensioen mét koopkracht is handig als u wilt weten of u kunt rondkomen met uw pensioen. U kunt dat bedrag vergelijken met de prijzen op dit moment als u wilt nagaan of u later kunt rondkomen met uw pensioen. U hoeft niet meer te bedenken dat de prijzen nog gaan stijgen. Dat zit verwerkt in het bedrag.

Hoe werkt dat? Een voorbeeld: Een kilo appels kostte vroeger 1 euro. Op dit moment betaalt u al meer dan 2 euro. En als u met pensioen bent, kost een kilo appels misschien wel 4 euro. Het stijgen van de prijzen heet ‘inflatie’.

Als uw pensioen bijvoorbeeld straks 20 euro per maand is, lijkt het (met de prijzen van nu) alsof u straks 10 kilo appels kunt kopen. In werkelijkheid is het minder: u kunt dan met 20 euro maar 5 kilo appels kopen. Een kilo appels kost straks immers 4 euro.

Uw pensioen zonder koopkracht is in dit voorbeeld 20 euro. Uw pensioen mét koopkracht 10 euro.

Als u ouder wordt, gaat het bedrag ‘met koopkracht’ steeds meer lijken op het bedrag dat u straks daadwerkelijk krijgt. Het verschil tussen ‘nu’ en ‘straks’ wordt steeds kleiner.

Waarom is het pensioen zonder koopkracht in de nieuwe pensioenregeling zoveel hoger?

Dat heeft te maken met de manier waarop we (verplicht) het bedrag moeten berekenen. In de huidige pensioenregeling weten we wat de inleg is en hoeveel pensioen u daarmee opbouwt. We mogen niet een inschatting maken van de verhogingen in de toekomst. Verhogingen door een verwachte opbrengst van de beleggingen worden dus niet meegenomen. Het is dus een ‘voorzichtige’ inschatting.

In de nieuwe pensioenregeling werkt dat anders. We beleggen het geld voor uw pensioen en we moeten rekenen met een verwachte opbrengst van de beleggingen. Daardoor valt het pensioen zonder koopkracht in de nieuwe pensioenregeling (soms veel) hoger uit.

Het pensioen mét koopkracht berekenen we in de huidige en nieuwe pensioenregeling op dezelfde manier. Daarom hebben we dit bedrag meer vooraan gezet in het overzicht. U kunt deze bedragen beter vergelijken.

Hoe weet het pensioenfonds wat de uitkomst is als het heel erg meezit en als het heel erg tegenzit?

Economen hebben nagedacht over wat er in de toekomst kan gebeuren. Zij hebben 2000 mogelijke ‘toekomsten’ bedacht. We noemen dit ook wel scenario’s. In die toekomsten is de rente hoog of laag, de beleggingen vallen mee of juisttegen. En de prijzen stijgen of ze stijgen niet. We rekenen steeds uit hoe hoog uw pensioen uitvalt in elke toekomst. Elk kwartaal worden de uitgangspunten voor deze 2000 toekomsten bijgewerkt, zodat ze aansluiten bij de huidige economie en wat er kan gebeuren in de toekomst. De toekomsten moeten zo realistisch mogelijk zijn. Het is wettelijk verplicht om de voorgeschreven toekomsten te gebruiken.

Wat betekent ‘als het heel erg tegenzit’ en ‘als het heel erg meezit’?

Als het heel erg meezit dan betekent dit dat de rente stijgt, er hoge beleggingsopbrengsten zijn en de prijzen niet stijgen of juist dalen. Van de 2000 mogelijke toekomsten komt dit maar in enkele gevallen voor.

Als het heel erg tegenzit dan betekent dit dat de rente daalt, er negatieve beleggingsopbrengsten zijn en de prijzen flink stijgen. Ook dit komt maar in weinig van de 2000 mogelijke toekomsten voor.

Wat de invloed van de rente, de beleggingsopbrengsten en de stijging van de prijzen op uw pensioen is leggen we hierna uit.

- De rente daalt of stijgt juist

Als de rente stijgt, levert het kapitaal voor uw pensioen meer pensioen op. Bij een hogere rente wordt het goedkoper om uw pensioen uit te betalen. Uw pensioen wordt dan hoger. Bij een daling van de rente is er een tegengesteld effect. De ontwikkeling van de rente kan ook invloed hebben op de beleggingsopbrengsten en dus ook op de hoogte van uw kapitaal. Voor degenen die bijna met pensioen gaan of al met pensioen zijn proberen we het effect van de ontwikkeling van de rente op de hoogte van het kapitaal en het pensioen te beperken. Dit doen we door een deel van het vermogen te beleggen in beschermende beleggingscategorieën.

- Beleggingen kunnen een verlies opleveren of juist veel winst

Wij beleggen de inleg voor uw pensioen. We zorgen daarbij dat we de risico’s van het beleggen zo goed mogelijk spreiden. We beleggen bijvoorbeeld een deel in aandelen en we sparen een deel. We kunnen er niet voor kiezen om alleen maar te sparen. Alleen sparen levert niet genoeg op. Door te beleggen, zorgen we ervoor dat iedereen naar verwachting een stuk meer dan de inleg terugkrijgt. We weten echter vooraf niet precies wat de beleggingen gaan opleveren. We kunnen een periode te maken hebben met een lage opbrengst of zelfs verliezen op de beleggingen. In het laatste geval kan het zijn dat we de pensioenen moeten verlagen.

- De prijzen kunnen gaan stijgen of misschien juist gaan dalen.

Als de prijzen stijgen, wordt uw pensioen minder waard. U kunt dan minder kopen met hetzelfde bedrag. De invloed van de prijzen op wat u later kunt kopen met uw pensioen hebben we verwerkt in de inschatting. U ziet dus niet het bedrag dat u straks naar verwachting ontvangt, maar een gecorrigeerd bedrag. We noemen dit het pensioen mét koopkracht. Als de verwachting is dat de prijzen gaan stijgen, is het bedrag naar beneden bijgesteld.

Hoe groot is de kans dat ik het hoogste of laagste bedrag krijg bij de pijlen?

De inschatting van uw pensioen is een inschatting op dit moment. Er is een grote kans (90%) dat uw pensioen ergens tussen het hoogste en laagste bedrag uitkomt.

Economen hebben nagedacht over wat er in de toekomst kan gebeuren. Zij hebben 2000 mogelijke ‘toekomsten’ bedacht. De kans dat uw pensioen hoger uitvalt dan het middelste bedrag is op het moment van de berekening 50%. Of anders gezegd: in 1000 toekomsten is uw pensioen hoger dan dat bedrag. De kans dat uw pensioen lager uitvalt dan het middelste bedrag is ook 50%. In 5% van die toekomsten valt uw pensioen lager uit dan het laagste bedrag. In nog eens 5% van die toekomsten valt uw pensioen hoger uit dan het hoogste bedrag. De kans dat u een van deze bedragen krijgt (of nog lager of hoger) is dus erg klein. Het zijn extreme uitkomsten. Het is ook niet zo dat uw verwachte pensioen opeens naar het laagste of hoogste bedrag springt.

De inschatting van uw pensioen en de drie bedragen veranderen steeds in de loop der tijd. De inschatting hangt steeds af van de 2000 mogelijke toekomsten die de economen verwachten. Ieder kwartaal wordt een nieuwe voorspelling van de toekomsten gepubliceerd door De Nederlandsche Bank.

Naarmate u ouder wordt, zal de inschatting steeds minder schommelen. De bedragen gaan meestal geleidelijk iets omhoog en omlaag. Naarmate u ouder wordt, komen de drie bedragen dichter bij elkaar te liggen.

Wat betekent ‘verzekerd partnerpensioen’ en ‘opgebouwd partnerpensioen’?

In de huidige pensioenregeling van Pensioenfonds Zuivel bouwt u elk jaar een deel van het pensioen voor uzelf op. U bouwt geen partnerpensioen op. Het kan gebeuren dat iemand overlijdt voor hij of zij met pensioen is. Daarom is er een verzekering, die regelt dat er toch een partnerpensioen uitgekeerd wordt als u overlijdt. Het partnerpensioen berekenen we alsof iemand niet was overleden en tot 68 jaar pensioen zou hebben opgebouwd. Als u stopt met het opbouwen van pensioen bij Pensioenfonds Zuivel dan stopt ook de verzekering van het partnerpensioen. Er blijft dan geen waarde voor het partnerpensioen staan.

Er zijn wel deelnemers met een opgebouwd partnerpensioen bij ons fonds. Dit kan komen doordat u pensioen van een vorige werkgever heeft meegenomen naar ons fonds, inclusief een partnerpensioen. Ook kan het zijn dat u ervoor heeft gekozen om een deel van uw pensioen om te zetten in partnerpensioen als de pensioenopbouw bij ons fonds is gestopt. Dit is op het moment dat uw deelname aan onze pensioenregeling stopt omdat u uitdienst bent getreden bij een aangesloten werkgever of omdat u met pensioen bent gegaan. Als u een opgebouwd partnerpensioen heeft dan staat er wel een waarde voor dat partnerpensioen bij ons fonds.

In de nieuwe pensioenregeling is er ook alleen een partnerpensioen verzekerd. Als u een kapitaal voor uw pensioen opbouwt in de nieuwe pensioenregeling dan is er een partnerpensioen voor uw partner verzekerd, Dit pensioen wordt uitgekeerd als u overlijdt tijdens uw deelname. Het is een percentage van het salaris dat meetelt voor uw pensioen. In de nieuwe pensioenregeling bouwt u, net als in de huidige pensioenregeling, geen partnerpensioen op.

Het partnerpensioen dat u tot de overstap heeft opgebouwd zetten we om naar een kapitaal in de nieuwe regeling. Als u overlijdt wordt dat kapitaal gebruikt voor het aankopen van een partnerpensioen. Dit is een extra partnerpensioen, bovenop het verzekerde partnerpensioen volgens de nieuwe pensioenregeling.

Voor het wezenpensioen geldt hetzelfde. U bouwt in de huidige en de nieuwe pensioenregeling geen wezenpensioen op. Wel kan er een opgebouwd wezenpensioen in de huidige regeling staan omdat u het pensioen van een vorige werkgever heeft meegenomen of omdat u daarvoor in het verleden een keuze heeft gemaakt. Bij de overstap wordt ook rekening gehouden met een opgebouwd wezenpensioen.

Kan het kapitaal voor mijn pensioen ‘verdampen’ als de beleggingen tegenzitten? Of opraken als ik een pensioen krijg?

Het kapitaal kan nooit ‘opraken’. We kijken goed naar de risico’s die we nemen als we beleggen. We zorgen ervoor dat het vermogen van het pensioenfonds en uw kapitaal nooit nul kan worden. We spreiden het vermogen over verschillende beleggingscategorieën. We beleggen niet alleen in aandelen en obligaties maar ook in producten om bijvoorbeeld het risico van een daling van de rente voor een deel op te vangen. De waarde van uw kapitaal kan wel dalen. Gemiddeld zijn er echter op de lange termijn meer goede dan slechte jaren.

Ontvangt u al een pensioen? Dan beleggen we alle kapitalen van degenen die al een pensioen krijgen als één geheel. Dit deel van het vermogen beleggen we minder risicovol. We willen ervoor zorgen dat voor oudere deelnemers en gepensioneerden het (verwachte) pensioen zo stabiel mogelijk blijft. We zorgen ervoor dat uw kapitaal nooit ‘opraakt’.

Wat betekenen de bedragen ’10 jaar na ingang’?

We moeten wettelijk verplicht ook een inschatting maken van uw pensioen 10 jaar na de ‘pensioenleeftijd’. De pensioenleeftijd is de leeftijd waarop u uw pensioen in laat gaan. Omdat we nog niet weten wanneer we uw pensioen in laten gaan, rekenen we met de reglementaire pensioenleeftijd van 68 jaar (zie ook hierna). U ziet dus een inschatting van de ontwikkeling van uw pensioen 10 jaar na uw 68e. Bedenk dat het ‘toekomsten’ zijn die doorgerekend zijn vanaf het middelste bedrag bij de eerste set pijlen (uw pensioen als u het laat ingaan op uw 68e). In werkelijkheid is de bandbreedte na 10 jaar dus veel groter. Uw pensioen kan immers hoger of lager uitvallen dan het middelste bedrag. Houd er ook rekening mee dat u het effect van inflatie ziet bij de bedragen. Het zijn bedragen mét koopkracht. Het brutobedrag dat u ontvangt, is hoger dan de bedragen die u hier ziet staan. Zie ook de uitleg bij uw pensioen mét en zonder koopkracht.

Waarom is mijn pensioen uitgerekend alsof ik het laat ingaan als ik 68 jaar ben?

Elke pensioenregeling heeft een reglementaire pensioenleeftijd. Deze leeftijd geeft aan tot welke leeftijd iemand uiterlijk geld in kan leggen voor zijn of haar pensioen. Bij Pensioenfonds Zuivel is dat 68 jaar. Bij de berekeningen voor de overstap naar de nieuwe regeling gaan wij ervan uit dat u uw pensioen op die leeftijd laat ingaan. Dit is niet de leeftijd waarop uw pensioen in móet gaan. Die leeftijd kiest u namelijk zelf. Door in te loggen op het persoonlijk pensioenportaal kunt u zien wat er gebeurt als u uw pensioen eerder of later laat ingaan dan op 68 jaar.

Daarnaast heeft u een ‘AOW-leeftijd’.  Dat is de leeftijd waarop u voor het eerst AOW krijgt. Die leeftijd kan u niet zelf kiezen.

Als u eerder dan op 68 jaar met pensioen gaat of als u eerder uit dienst gaat dan stopt de inleg voor uw pensioen. Wij blijven uw opgebouwde kapitaal dan nog wel beleggen.

Wat betekent het voor mijn pensioen als ik stop met werken of ga scheiden?

Als u stopt met werken, houdt u in de nieuwe pensioenregeling recht op het kapitaal voor uw pensioen dat u heeft opgebouwd. U legt dan geen geld meer in voor uw pensioen. We blijven wel het geld voor uw pensioen beleggen. Elk jaar sturen we u een overzicht waarin u kunt bekijken wat uw pensioen waard is. Omdat u geen geld meer inlegt, wordt uw verwachte pensioen lager.

Als u gaat scheiden is het belangrijk dat u afspraken maakt met uw ex-partner. Uw ex-partner heeft standaard recht op de helft van het kapitaal dat u tijdens uw relatie heeft opgebouwd. Maar u kunt ook een andere verdeling afspreken. Of u kunt afspreken dat uw ex-partner een zelfstandig recht op het kapitaal krijgt. We noemen dit conversie. Als u in de huidige regeling een opgebouwd partnerpensioen heeft dan houden we daar bij de scheiding ook rekening mee. Kijk voor meer informatie over de verdeling van het pensioen bij een scheiding en wat u dan moet doen op de pagina scheiden.

Er is voor mijn partner een tijdelijk partnerpensioen verzekerd. Waarom staat dat niet in de brief?

Het is mogelijk dat uw partner een tijdelijk partnerpensioen krijgt als uw werkgever hiervoor een verzekering bij Pensioenfonds Zuivel heeft afgesloten. Als hier sprake van is dan ziet u dit tijdelijk partnerpensioen niet terug in de brief over de eerste inschatting van uw pensioen. Dit tijdelijk partnerpensioen blijft ook na de overstap naar de nieuwe regeling verzekerd. Daaraan verandert niets. U kunt op uw jaarlijks pensioenoverzicht of in uw persoonlijk pensioenportaal zien of er een tijdelijk partnerpensioen is verzekerd bij Pensioenfonds Zuivel.